Kroniek van een aangekondigd afscheid

Dat hij maar een passant zou zijn was duidelijk van bij aanvang. Elke keer herinnerde hij me er ook aan, “je weet het toch nog he.” En ik l...

Dat hij maar een passant zou zijn was duidelijk van bij aanvang. Elke keer herinnerde hij me er ook aan, “je weet het toch nog he.” En ik lachte.

Maar het kon ons niet deren, we zagen wel, op eigen risico, met gevaar voor blauwe plekken en krassen.

Hij zocht niet en ik zou hem wel tegenkomen, dat kon niet anders. Hij lachte. En dat het nog lang mocht duren. In tussentijd.

We hadden elk ons idee van hoe het zou eindigen. Hij keek naar mij, ik keek naar hem. En we lachten.

Ik kreeg gelijk. Maar we werden beiden gepakt in de snelheid waarmee die vlinders kunnen toeslaan.


En om Frank Verlinden dan maar te parafraseren, Gents accent incluis, “Niemand heeft ooit zo mooi zoeteke tegen mij gezegd.” 

You Might Also Like

0 reacties