Trein

Ik haast me naar de trein. De app werkte weer niet en ik heb een ticket nodig waardoor ik eigenlijk nooit weet hoeveel tijd ik moet rekenen...

Ik haast me naar de trein. De app werkte weer niet en ik heb een ticket nodig waardoor ik eigenlijk nooit weet hoeveel tijd ik moet rekenen. Ik kijk naar het plein en word wat rustiger. Ik zie zijn silhouet niet tussen de kramen. Ik bedenk hoeveel keer we elkaar hier hebben gekruist. Hij zal me vast niet opgevallen zijn. 

Ik loop verder langs het pad en daar staat hij. Ik kan hem niet ontwijken. Hij heeft me ook al gezien. Ik loop verder en probeer iets te bedenken. We kussen. “Hoewist?”, hij probeert mijn blik te vangen. Ik haal mijn schouders op, hij knikt en probeert nog eens. Ik raak zijn arm aan. Hij zegt iets en we lachen. Ik raak zijn arm nog eens aan, alsof ik hem wil vasthouden. Ik word lastig van mezelf en die gedachte. En ik doe het nog eens. 

Ik kijk op mijn gsm, nog een zee van tijd eigenlijk maar ik maak een excuus over trein halen enzo. Hij knikt en wil iets zeggen over de volgende keer, beseft wat hij zegt en slikt de woorden in om ze te vervangen door iets wat ook niet goed voelt. “We zien wel,” zeg ik en ik haast me weg voor ik niet meer kan.

You Might Also Like

0 reacties