T.

"En hier stonden de fruitbomen", hij wijst. "Nee," reageert mijn neef, "hier stonden de boontjes." "J...

"En hier stonden de fruitbomen", hij wijst.

"Nee," reageert mijn neef, "hier stonden de boontjes."

"Ja maar wacht eens," zeg ik, "hier stonden de struiken met bessen van die rode en..."

"Paters!", zegt mijn neef en zijn ogen beginnen te blinken.

We staan in de tuin van mijn grootouders, het huis staat eigenlijk al te lang leeg en het veld is verlaten.

"En de aardbeien stonden van voor," zegt mijn broer. Ik schud mijn hoofd en wijs. "Daar kwamen ze pas later, toen grootmoeder minder goed te been werd." En eigenlijk is het pad verlegd geweest toen de tuin opgesplitst werd, want wij speelden daar, in de schaduw van de notenboom. De boom die er staat is niet die boom waar wij noten van aten.

Van daar trekken we naar het andere huis. "En we kunnen langs het pad naar achteren gaan kijken," zegt mijn neef. "Welk pad?", zegt mijn broer. "Maar allez, het pad!", zegt ik ongeduldig. We juichen bijna als we het vinden, maar ik heb de indruk dat het nu zichtbaarder is dan dat het toen was. En asfalt? De fabrieken kan ik me niet meer herinneren, maar die zijn nu ook weg en de grond wordt duidelijk voorbereid om te worden verkaveld.

We turen naar de hekkens en de achterkant van de huizen. Het huis werd afgebroken en er staat nu een nieuw huis op, eentje dat tot aan de straatkant komt. De oprit met de steentjes en het voortuintje met de brievenbus die mijn grootvader bouwde is verdwenen. "Het moet dat bruine huis zijn," zeg ik, terwijl ik me verbaas hoe weinig stappen op het pad dat maar zijn. In mijn herinneringen als kind deden we een grote wandeling als we langs het pad langs achter gingen. De jongens twijfelen en vergelijken met de huizen aan de overkant en de huizen ernaast. We gaan uiteindelijk kijken naar de voorkant, heel wat huizen zijn gerenoveerd of herbouwd. Hier en daar herken ik de voordeur of de lijnen in de gevel. "Ja maar daar zaten toch konijntjes, waar is dat groen nu?"

T. is na 32 jaar terug in België en we nemen hem mee naar de plekken van toen. Plekken waar ik ook al jaren niet meer ben geweest, omdat de bewoners er ondertussen niet meer zijn en er dus geen reden meer was. Hij spoelde aan met een bootje en kwam op Zaventem terecht. Hij werd opgevangen en er werd een netwerk opgebouwd om hem terug te herenigen met zijn vader die eerder gevlucht was. Ondertussen woont heel zijn familie in de Verenigde Staten, hij heeft twee tienerkinderen en was al twee keer in Vietnam, waar enkel nog een neef woont. Ik herkende meteen zijn stralende glimlach, zijn lachende ogen, maar was hij niet groter? Ik denk aan de jonge mannen in het Maximilliaanpark waar ik soms langs moet, hoe ze voetballen in de zon, zoals wij deden in de tuin van het huis dat er niet meer is. Hoe anders is het nu geworden?

You Might Also Like

1 reacties