's Ochtends

Ik zie hem wel vaker op de trein. Het is nu al efkes geleden want meestal zien we elkaar later op het perron. We stappen op in dezelfde wago...

Ik zie hem wel vaker op de trein. Het is nu al efkes geleden want meestal zien we elkaar later op het perron. We stappen op in dezelfde wagon. Ik sta vlak na hem in de rij. Het is druk, de vorige trein heeft vertraging. Ik volg de stroom en kies een vrije plaats op een bank naast twee anderen. Meestal probeer ik bewust te vermijden dat ik in zijn buurt zit. Nu zit hij schuins tegenover mij, met de gang tussen ons in. Hij knikt nog eens en kijkt hoe ik mijn rugzak en sjakosse manoevreer. Zoals steeds heeft hij enkel de krant bij.

Netwerken is soms zo overrated, denk ik. 's Ochtends wil ik vooral rust en gun ik die ook wel aan anderen. Ik negeer dat ik eigenlijk mijn potje havermout zo snel mogelijk wou opeten. Ik haal een boek boven. Verbeeld ik me nu dat hij vreemd opkijkt? Hij weet natuurlijk dat ik meestal mijn breiwerk bovenhaal. Er passeren nog passagiers door de gang, op zoek naar een plaats, al lijkt het redelijk hopeloos. Sommige zijn al wat lomper dan anderen, waardoor je aan de gang maar beter je krant nog efkes dicht houdt.

Ik open het boek dat ik gisteren op aanraden ben beginnen lezen. Het is een boek over de liefde en verlangen. Mooie zinnen die prikkelen en herkenbare situaties oproepen. Ik ben nog niet ver in het boek en leer de personages nog kennen. Maar ik verdwijn zonder problemen in de wereld van de schrijfster. Ik glimlach bij bepaalde passages en maak grimassen bij bepaalde stellingen. Ik word me bewust van mijn mimiek. Ik kijk op. Hij leest de krant en bijt zijn vingers. Als hij het al zag, laat hij het zeker niet merken. Ik verdwijn terug in mijn wereld.

Als de trein van snelheid verandert, schuift hij naar voren. Ik kijk even op uit mijn boek. Hij blijft lezen en ik bedenk hoe fantastisch dit eigenlijk wel voelt. Ik zit in mijn boekenwereld, hij leest verder de krant en rondom ons merk ik niks van de andere reizigers. Misschien spelen de romantische gedachten van de schrijfster mij parten en beeld ik me van alles in. Ik kijk op en kijk recht in zijn ogen. Onze ogen blijven haken in elkaar, terwijl de trein nog verder vertraagt. Hij glimlacht stilletjes, zijn ogen stralen een zekere weemoed uit. Het eerste station is zijn halte, ik moet nog verder. Ik mompel nog "tot ziens" maar mijn stem klinkt hees en ik weet niet of hij het gehoord heeft. Onze ogen laten elkaar niet los, tot het moment dat hij dan toch opstaat.

You Might Also Like

2 reacties

  1. Dit soort stukjes doet mij altijd dromen. Spannend om mee te maken maar ook wel spannend om gewoon mee te lezen :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. inderdaad spannend om mee te lezen :)

    BeantwoordenVerwijderen