Den buiten

Ja, ik weet wat dat is. Daar woonde ik als kind. Je had vijf huizen en in de hele omtrek had je niks anders, weide, een bouwstoffenhandel en...

Ja, ik weet wat dat is. Daar woonde ik als kind. Je had vijf huizen en in de hele omtrek had je niks anders, weide, een bouwstoffenhandel en een kruispunt met drie wegen. Je moest bijna een kilometer gaan voor je een ander huis tegen kwam. Dat was als je naar rechts reed. Op het einde van die weg stond "800 m bouwstoffenhandel". Ik heb dat bord vaak vervloekt als ik met de fiets naar school reed. Dat stuk reed ik alleen, of in het naar huis rijden samen met pestkoppen van jongens. In de winter of als het teveel geregend had of als de boer zijn veld geploegd had, dan kon je het landweggetje niet door met de fiets, tenzij je vol modder aan je broek wou thuis komen, de toer doen langs de gewone weg aan de linkerkant was ook al gauw 500m voor je een ander huis tegen kwam, zo één met honden die los lopen en te luid blaften. De weg voor ons was al even uitgestrekt en eigenlijk was daar niks te beleven. Nee, ik snap het niet goed, dat hele gedoe over den buiten. Zeker niet als ik bij het uitstappen uit de auto een dikke rat in hun schuurtje zie weglopen. Nu weet ik wel dat er in de stad ook ratten zijn, één per inwoner heb ik eens ergens gelezen, maar ik heb ze niet meer gezien sinds ik niet meer op kot zit. En nee, ik rinkel niet met mijn sleutels als ik binnenkom. Nee, enkel de ruimte van de lavendelvelden in de Provence of de koolrabi of de zee hebben niet dat verstikkende in zich als de Vlaamse buiten.

You Might Also Like

0 reacties