nonchalantie

Als het op treinen aankomt, was ik uitermate verwend toen ik naar Gent spoorde. Ik besef het elke dag en ondanks het kaartje met uren dat bi...

Als het op treinen aankomt, was ik uitermate verwend toen ik naar Gent spoorde. Ik besef het elke dag en ondanks het kaartje met uren dat bij mijn nieuw abonnement zit, blijf ik vrolijk huppelen. Al babbelend spoor ik tot Gent en daar sta ik voor de keuze: K of L. Ik gok op K en stel vast dat ik er een half uur moet wachten. Mijn pa schudt het hoofd: je zal het nog wel leren, in L wacht de trein. Altijd.

Maar ik kwam een vriendin tegen in K en had rustig de tijd om te bellen. En amper 2 dagen later sta ik voor dezelfde keuze en kies ik opnieuw voor K. Onbewust. Maar in K. wacht deze keer een trein op mij. Direct. Was ik de vorige keer verstrooid? Had de trein vertraging?

’s Morgens is het een ander paar mouwen. Al lachen de opties eens ik uit I. geraak me toe. die vrijdag vloekte ik eens hard, toen ik met de fiets nog op de brug ploeterde en ik de trein het station zag binnenrijden. Ik ben geen sprinter, en al zeker niet met die oude fiets. Maar amper zes minuten later kan ik al naar L. Mijn plan om aan te schuiven voor ontbijt in station van K. berg ik op en ik wil de overweg oversteken. En daar zie ik mijn trein passeren, de jonge snaken naast mij haasten zich voorbij de slagbomen. Maar mijn bang hart blijft staan, niet omdat mijn ma het nog zo gezegd heeft, maar eerder omdat ik de treinen al te vaak heb weten kruisen. Ik ga ontbijt halen bij de lokale bakker en word langzaam wakker op een bankje op het perron, een half uurtje tijd voor mezelf, denk ik dan.

Zo een tien minuten later zie ik een jongen met boekentas wat moedeloos lopen op de overweg. Een auto doet rare manoevers op de overweg. Logisch dat er luid geclaxonneerd wordt, piepende banden en voorbij steken. Hij gaat het station binnen en roept luid 10 na 8. Ik zie niet naar wie, maar uit de auto komt een hysterische vrouwenstem: “Pedro, hoe kun je mij dit aandoen?” Hij haalt de schouders op en bedenkt zich halverwege. Hij schreeuwt iets terug, voor mij onverstaanbaar. Haar kreet gaat door merg en been. De stadsmeid in mij kijkt onbegrijpend toe. Er komt nog een trein, weet wel. Maar hier in I. loopt de tijd anders, waarschijnlijk komt hij nu te laat op school, tenzij zij hem weg brengt, maar dan komt zij te laat op het werk,…

You Might Also Like

0 reacties