Ondertussen op café

Het was een zondag in december. Het was koud, vroor misschien wel. Ik was ingeduffeld met sjaal en muts. Mijn adem maakte wolkjes. De feeste...

Het was een zondag in december. Het was koud, vroor misschien wel. Ik was ingeduffeld met sjaal en muts. Mijn adem maakte wolkjes. De feesten lachten ons toe. Net als de bijhorende stress. Het was vermoedelijk een koopzondag. Ik weet nog dat we ons naar de boerenmarkt haastten en daarna moesten we nog dingen kopen. Van moeten, want dat hoort zo in die dagen.
Met de fiets reden we door de Brugse Poort naar de boerenmarkt. Ik probeerde me te verzetten tegen de koude. Fietsen viel niet mee. Ik zag ze door het raam van een café. Ze dansten. Hij hield haar vast met gesloten ogen. Zij keek naar een punt in de verte. De muziek klonk luid toen de deur even openging. Ik rilde bij het zien van haar blote armen. Spaghettibandjes in de winter. Haar armen gerimpeld, net als haar gezicht.
En op dat moment overviel het me, ik wou op dat moment ook eigenlijk niets liever doen dan verdwijnen, de tijd stilzetten. Zouden er ook nog zo'n cafés zijn als ik al opgehouden ben met de rimpels op mijn gezicht te tellen? Waar je op zondagmorgen een danske kan placeren, gewoon omdat je daar zin in hebt... Waar je gewoon kunt binnenlopen omdat je zin hebt in een glas, een praatje slaan, waar ze weten wat je drinkt, waar je in je beste kleren welkom bent, maar even goed met een scheur in je broek.

Ik ben de naam van het café vergeten, anders zou ik het nomineren op www.volkscafés.be

En met nog iets meer uitleg en een schitterende foto van Charles werd de tekst verwerkt voor een Oproep op het Project

You Might Also Like

0 reacties