zij & hij

Ik kwam ze deze morgen tegen. Naar mijn zin was het nog te vroeg en moest ik me weeral te veel haasten. Zij liepen da andere richting uit, o...

Ik kwam ze deze morgen tegen. Naar mijn zin was het nog te vroeg en moest ik me weeral te veel haasten. Zij liepen da andere richting uit, op weg naar school, veronderstel ik. Haar kleedje had wel lange mouwen maar toch leek het me te optimistisch voor een dag als vandaag. Ik had me toch niet vergist, er werd toch regen voorspeld. Ze praatte heel opgewekt, de vingers zenuwachtig aan het draaien. Haar kleedje stond haar goed. Het was ook een mooi kleedje, nieuw waarschijnlijk. Hij liep eerder nors met haar mee, waarschijnlijk ook nog te vroeg naar zijn zin. Hij keek naar de grond voor zijn voeten alsof hij zich er van moest vergewissen dat ze nog verder stapten. Zag hij dan niet dat ze een inspanning gedaan had? Ze had waarschijnlijk haar kleedje speciaal voor vandaag uitgezocht. Een beetje te optimistisch, maar mooi. Groen, de kleur van de hoop. Haar vingers haakten nerveus in elkaar. Haar woorden struikelden over elkaar. Hier had ze duidelijk naar uitgekeken. Was dit wat ze ervan verwachtte? Was dit wat hij ervan verwachtte?

You Might Also Like

2 reacties

  1. Ik probeer me in te denken hoe jong ze waren (tweens, pubers, tieners) maar ik raak er niet uit.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. het waren pubers onderweg naar school

    BeantwoordenVerwijderen